maandag 25 juni 2012

De bovendraadspanning-regelaarschijven. (1)

Als je een stukje hebt genaaid en je wil je werk onder de naaimachine-voet vandaan halen, legt de handleiding van mijn Singer Featherweight dat als volgt uit:

Verwijdering van het werk.
Houd de machine stil met de draadhefboom (6, Fig.14) op zijn hoogste punt en licht de persvoet op. Trek de stof naar achteren en naar links weg en snijd de draden af door middel van de draadafsnijder (A, Fig. 15). Laat de einden der draden ongeveer 7 1/2 cm. onder en achter de persvoet liggen.

Zonder plaatje is nog niet zo gemakkelijk te begrijpen wat er tijdens deze handelingen in de machine gebeurt.
De draadhefboom is dat metalen stangetje vooraan dat steeds heen en weer gaat. (Ik ga ervan uit dat je bij de naaimachine zit alsof je aan het werk bent..). Die is nu niet zo interessant.

Achter de machine zit de persvoethefboom. Daarmee haal je het persvoetje omhoog en van je werk af. En juist deze persvoethefboom zorgt ervoor dat de bovendraad dan vrij tussen de spanningsschijven van de bovendraad-spanningsregelaar kan bewegen.

De frontplaat is verwijderd.

Door de persvoethefboom omhoog te halen wordt een mechanisme in werking gezet waardoor een veertje bij de pijl met KIJK HIER (zie bovenstaande foto) wordt ingedrukt. Daardoor komt er ruimte tussen de twee schijven van de bovendraadspanning-regelaar waar de draad een beetje klem zit. Nu kan de draad vrij bewegen en kan je de stof verwijderen door je werk naar achteren te trekken.

Het FILMPJE laat zien wat er gebeurt achter de frontplaat als de persvoethefboom omhoog gaat en hoe dat doorwerkt op de schijfjes van de bovendraadspanning-regelaar! (Goed woord voor  'Galgje' !)

Bij iedere steek die de naaimachine maakt, verschuift de transporteur de stof een beetje naar achteren en trekt de stof aan het garen. Daardoor schuift een stukje bovendraad tussen de schijfjes door. Dat mag niet te makkelijk gaan of te stroef, want dan krijg je lussen onder of boven je werk.

Als je de bovendraadspanning wil bijstellen (omdat de kruising van de boven- en onderdraad niet precies in het midden van de stof vallen), moet je de persvoethefboom naar beneden hebben staan om te kunnen testen of de draadspanning nu goed is. De ideale stand is meestal ongeveer 3. Maar afhankelijk van de stof kan het beter zijn de bovendraad iets losser of strakker te zetten.

Bij de eerste naaimachines zaten geen cijfers op de spanningsaanwijzer. Dan moest je de draadspanning regelen op gevoel. En dat kan ook heel goed!

Volgende keer verder met dit onderwerp!